Zijn doopnaam luidt Pieter, hij heet eigenlijk Peter, maar iedereen kent hem als Puck Quaedvlieg. De allereerste trainer uit het rijke Octopus-verleden is inmiddels weliswaar 72 jaar jong, maar nog altijd regelmatig in de sporthal te vinden. Al is het maar om zijn beide kleinzoons te zien trainen. “En als ik in de buurt ben van een basketbal, dan kan ik het nog altijd niet laten …”
Peter Quaedvlieg was 17 toen hij in 1961 in Vught kwam wonen. Zes jaar later maakte hij de oprichting van de Vughtse basketbalvereniging van nabij mee. Hij basketbalde toen zelf bij Flash in Den Bosch, maar was ook nét in dienst gegaan. Daardoor kwam hij minder aan trainen toe. Hij kende een aantal van de oprichters van Octopus en werd gevraagd of hij daar training wilde komen geven. Dat deed hij en zo was de allereerste trainer van Octopus een feit. Hij nam de meisjes, de jongens én de senioren onder zijn hoede. Daarmee had hij al wel enige ervaring opgedaan bij Flash.
Familie
Puck speelde zelf in het Luchtmachtteam maar had nooit de ambitie om met basketbal zijn brood te gaan verdienen. “Verder dan ‘leuk om te doen’ is het nooit gekomen”, zo kijkt hij terug. Na zijn diensttijd ging hij zelf ook lekker ballen in Vught, totdat hij een heel eind in de 40 was. Ook twee van zijn broers – Charles en Ben – waren actief bij Octopus. Zij speelden alleen nooit samen met hem in één team. Puck slaagde er óók in om een van zijn dochters – Astrid – warm te maken voor het basketbal. De andere dochter in huize Quaedvlieg koos voor volleybal. Inmiddels spelen ook de beide zoons van Astrid – Pim en Koen Jonkergouw – bij Octopus, respectievelijk in de U14 en de U12.
Samenspelen
Opa is regelmatig een trotse en aandachtige toeschouwer bij hun trainingen. “We hebben ook wel eens samen meegedaan met het familietoernooi”, vertelt hij. “De eerste keer dat dat gebeurde was ik 68 en Pim 8. Toen stond er gewoon 60 jaar leeftijdsverschil in het veld.” Hij heeft er bij zijn beide kleinzoons op gehamerd dat die moeten samenspelen. Tot zijn genoegen ziet hij dat ze er het beste van maken. “Bij een spel als basketbal verdedigt iedereen en valt iedereen aan. Elkaar weten te vinden en elkaars talenten benutten, daar gaat het om. Solisten zijn hinderlijk en verzwakken het team.” Hij gaat liever niet naar wedstrijden kijken: “Dan erger ik me aan van alles. Maar de jongens vinden het leuk dat opa komt kijken.” Van het 50-jarig bestaan van Octopus hoopt Puck toch wel het nodige mee te krijgen. “Dat is ook voor mij een jubileum”, lacht hij. “50 jaar basketbal in Vught is een periode met pieken en dalen. Er zit gelukkig nog het nodige enthousiasme binnen de vereniging. Maar zo leuk als in die eerste jaren wordt het niet meer. Daarvoor is er teveel veranderd in onze maatschappij.”
Tekst: Ton de Kort
Fotografie: Astrid Quaedvlieg